Er zijn duizenden boeken op de markt, goede en minder goede, knappe en platte, onderschatte en overschatte boeken, boeken voor het vermak en boeken om ervan te leren, voor elk soort lezer iets. Prima. Waar staat Grand Hotel Europa dan? Pfeijffer zelf beschouwt het als een van de grote intellectuele romans van onze tijd: “Een soort Zauberberg van de eenentwintigste eeuw”, schrijft hij op pagina 300. Hij zegt vervolgens zelf dat hij daarmee de lat hoog legt.
Hij legt ze niet alleen hoog, van de eerste tot de laatste bladzijde komt hij er niet eens dicht bij. Moet ik dan zijn vergleijking als ironie begrijpen? Het boek is wel vermakkelijk om te lezen, de lezer heeft het gevoel om gezien al de verwijzingen naar geschiedenis, griekse mythologie, klassieke muziek en schilderkunst intellectueel bezig te zijn. Ook maatschappelijke kritiek met name op tourisme, onze belachelijke zoektocht naar individualiteit en de waardering van dingen op basis van hun prijskaartjes worden behandeld. Helaas brengt Pfeijffer dat alles bij elkaar in een boek dat ten opzichte van literair niveau ergens in het middenveld speelt, niets grote intellectuele roman.
Om te beginnen, geen enkel van Pfeijffer´s personages krijgt enige diepte, geen van hen is authentiek en natuurlijk. Ze worden doelgericht door het verhaal gestuurd, wat ze doen lijkt alleen uit de wil van Pfeijffer voort te vloeien, niet uit het verhaal zelf. Sterker nog, geen van hen kan verrassen, iedereen voldoet aan de bekende clichés – de lompe Griek, de vulgaire Amerikanen, de middenklasse Nederlanders, de capricieuse Franse dichteres, de Aziaten met hun ignorantie voor Europese cultuur. Pfeijffer neemt niet eens de moeite om uit te leggen waarom er vaste gasten in het hotel zijn, laat staan waarom juist deze gasten en waarom er een soort groepsgevoel in het hotel bestaat – met twee zinnetjes licht hij aan het eind toe dat zijn hoofdpersonage zelf op internet naar “een” hotel had gezocht. Dat zich daar nu aan het eind toevallig in een mysterieuze kamer ook juist de oplossing van een speurtocht á la Dan Brown (een zijlijn in het romanverhaal) bevindt is een liefdeloos geplaatste twist om het boek af te sluiten.
Daarvoor mag de erudiete gast Patelski zijn Wikipedia kennis uitbraken wanneer het Pfeijffer schikt om een kritisch licht op politieke verhoudingen te werpen, de deerniswekkende concièrge c.q. manager Montebello zou qua discretie eens les moeten nemen bij Gustave in Andersons Grand Boedapest Hotel en de relatie tussen Ilja en Clio ontwikkelt even plat als voorspelbaar. Het dieptepunt is bereikt met een liefdesuurtje tussen Ilja en een tienermeisje zonder betekenis voor het verhaal. Ze speelt in het hele boek ook geen relevante rol daarvoor of daarna behalve dat ze de dichteres jalours maakt die wraak neemt doordat ze aansluitend met de Griek omgaat (of zal dat nou haar ware natuur bloot leggen?), alles bij elkaar weinig origineel. Puur voor het effect, expliciete seks, smerig, oudemannenfantasie, “haar kutje”. Men leest het, denkt aan de verwijzing naar de Zauberberg en dwaalt af naar de schitterende erotiek in de relatie tussen Hans Castorp en Clawdia Chauchat – en röntgenfototje als essentie van Hans´ begeerte… en men wil roepen: Ilja, wat in hemelsnaam heb je daarbij gedacht?
De verkoopcijfers van het boek spreken voor zich. Pfeijffer weet knappe zinnen te schrijven en heeft klassieke en euro-culturele kennis vergaard en in het boek verwerkt, leuk. Maar de lezer moet er niet van uitgaan dat hij met dit boek een literair relevant werk in handen heeft, ook niet als I.L. Pfeijffer dat zou suggereren of wensen. Goede verkoopcijfers had The Da Vinci Code ook, zonder ambitie literair te zijn, maar geschreven door een auteur die meer passie voor de details in zijn verhaal had.
april 2019
Toevoeging op 15 mei 2019:
In zijn column in HP/De Tijd schreef I.L. Pfeijffer op 9 mei 2019 dat hij er niet van baalt dat hij niet de Libris Literatuurprijs heeft gewonnen: “Ik heb die prijs ook helemaal niet nodig. Dat de jury hem om die reden aan een ander heeft gegund, vind ik een sympathiek gebaar, al is het natuurlijk wel een beetje sneu voor de arme laureaat dat niet zijn naam zal worden onthouden maar het feit dat hij degene was die won in het jaar dat Grand Hotel Europa werd gepasseerd.” Ironisch bedoeld, twitterde hij later na kritische opmerkingen. Wellicht kan me iemand met deze Nederlandse ironie helpen?
Juni 2019●●